De kantonrechter heeft geoordeeld dat er geen arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen tussen X en A, ondanks de door X verrichte werkzaamheden en de voorgenomen overname van A. Dit oordeel is gebaseerd op de gezichtspunten uit het arrest van de Hoge Raad van 24 maart 2023 (ECLI:NL:HR:2023:443).
In juni 2024 kwamen partijen met elkaar in contact, waarbij X het voornemen had om A over te nemen. Vanwege de vakantie van Y kon deze overname op korte termijn niet worden afgerond, maar X betaalde op 25 juni 2024 wel een aanbetaling van € 1.500. In de daaropvolgende weken verrichtte X werkzaamheden binnen A. Hij stelde dat hij per mondelinge afspraak in dienst was getreden, vooruitlopend op de geplande overname per 1 oktober 2024.
Na de terugkeer van Y ontstond er op 13 september 2024 een geschil over het exacte overnamebedrag. De kernvraag in de procedure was of er tussen partijen een mondelinge arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd was gesloten.
De kantonrechter concludeert dat er geen arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen. Belangrijke overwegingen hierbij zijn:
Deze factoren wijzen erop dat X zich in het economisch verkeer als ondernemer heeft gedragen en niet als werknemer. Daarom is er geen arbeidsovereenkomst tot stand gekomen.
Dit vonnis bevestigt dat het ontbreken van duidelijke afspraken over essentiële arbeidsvoorwaarden een arbeidsovereenkomst kan uitsluiten. Ook onderstreept het dat iemand die feitelijk handelt als ondernemer, niet snel als werknemer zal worden beschouwd.
Heeft u vragen over arbeidsovereenkomsten of geschillen bij bedrijfsovernames? Ons advocatenkantoor adviseert u graag. Neem contact met ons op voor deskundig juridisch advies.